Woede overkomt mij niet, die cultiveer ik, meest onbewust.
Ik voed het, maak het dikker en vetter en vraatzuchtiger.
Voordat het mij opvreet, eigen ik het mijzelf toe.
Het krijgt een vorm van mij, misschien volgt de functie ook nog.
Een andere functie dan ik bedacht had.